Column

Duurzaam beheer
Bodemzorg Limburg is verantwoordelijk voor het beheer van locaties die in het verleden zijn gebruikt om afvalstoffen te storten. Een taak die sterke overheidsinvloed vereist – en blijft vereisen. Aandeelhouders zijn alle Limburgse gemeenten. Hiermee is de gedeelde verantwoordelijkheid voor voormalige stortlocaties gewaarborgd. Op dit moment beheert Bodemzorg Limburg 15 locaties. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in 2021 is het besluit genomen om de zgn. navoslocaties (nazorg voormalige stortplaatsen) in Beekdaelen (5), Gulpen-Wittem (2) en Roermond (1, bestaande uit 3 deelgebieden) over te dragen aan Bodemzorg Limburg. De kosten voor het beheer en onderhoud van deze locaties worden gedekt uit de financiële bijdrage van de gemeenten en deels uit het eigen vermogen. Na de definitieve overdracht gaat Bodemzorg Limburg het beheer voeren over 23 locaties.

Nazorgvoorziening

Voor de dekking van de kosten van de nazorg is een speciale nazorgvoorziening in het leven geroepen. Op basis van een rekenmodel van Royal Haskoning/DHV is de hoogte van het doelvermogen van deze voorziening berekend. Uitgegaan wordt van een jaarlijkse rekenrente van 4,5%. Het beheer van deze voorziening geschiedt door Rabo Institutioneel Vermogensbeheer. Zij hebben daarvoor een beleggingsportefeuille ingericht. Hierbij kan worden aangetekend dat maximaal 58% mag worden belegd in aandelen en tenminste 42% in obligaties of een spaarrekening. Omdat de rente op een spaarrekening en van obligaties zeer laag is, is gezocht naar andere mogelijkheden voor belegging van een deel van de financiële middelen. Besloten is daartoe op een aantal locaties een zonnepark aan te leggen, waarvan het rendement jaarlijks gemiddeld tenminste 4,5% bedraagt. Inmiddels zijn zonneparken gerealiseerd op de locaties Belvédere, Het Kreupelbusch en Bocholtz.

Toekomstige ontwikkelingen

Bodemzorg Limburg zorgt niet alleen voor risicobeheersing. We zoeken ook ruimtelijke kansen: mogelijkheden om de locaties opnieuw in gebruik te nemen binnen de geldende beperkingen. Het is bovenal aan gemeenten om te bepalen welke ruimtelijke bestemming aan de desbetreffende locaties kan worden gegeven. Zo wordt de realisatie van nieuwe zonneparken onderzocht, worden in overleg met o.a. MOZL mountainbikeroutes aangelegd, zijn we op alle locaties bezig met natuurbeheer en        natuurontwikkeling en is op één locatie een golfbaan aangelegd. Al met al betekent dit dat oude stortplaatsen weer maatschappelijk belangrijke functies krijgen.

Sven Jacobs
directeur